Wat maakt van een wijn nu eigenlijk een natuurwijn?
Natuurwijn komt uit wijngaarden waar geen chemie wordt gebruikt. Dus geen artificiële bemesting en bestrijdingsmiddelen die het werk doen en de planten beschermen. Ziektes worden zoveel mogelijk voorkomen of aangepakt met natuurlijke producten. Denk aan lieveheersbeestjes tegen een teveel aan spinnen, bijen voor bestuiving.
Verder groeien er natuurlijk tal van andere gewassen doorheen de wijngaard die zorgen voor antioxidanten en zuurstof in de ondergrond. Ze dienen ook als indicatoren voor opkomende ziektes. In een natuurwijngaard worden geen zware machines gebruikt die de ondergrond samendrukken en de groei van micro-organismen verstoren. Een natuurlijke wijngaard vergt daarom een zeer arbeidsintensieve benadering zonder compromissen. Dan nog kan elke onvoorziene weersverandering leiden tot een volledig verlies van de oogst. Op veel vakantie hoeft een natuurwijnverbouwer dan ook niet te rekenen. Maar ook in de wijnkelder mag aan de wijnen niets toegevoegd worden. Geen suikers, geen smaaktoevoegingen of andere toevoegingen voor het aanpassen van kleur, mondgevoel en mineraliteit. De Italiaanse organisaties VANNATUR en Vini Veri leggen b.v. een beperking tot 50 mg sulfiet per liter wijn op. Ook de zuurgraad mag niet worden aangepast. Bovendien mag natuurwijn niet of slechts minimaal gefilterd worden. Toch zijn er geen echte keuringsinstanties voor natuurwijn. Er is dus ook geen officieel keurmerk. Doordat het concept van natuurwijn echter steeds populairder wordt, verwachten we dat zo’n keurmerk er wel spoedig zal komen. In afwachting bent u natuurlijk van harte welkom om met eigen ogen te komen aanschouwen hoe onze natuurwijnen in alle sereniteit tot stand komen in onze eigen wijnkelders en -amforen.
Natuurwijn is de laatste tijd een hype geworden, maar smaakt een natuurwijn ook beter dan ‘gewone’ wijn?
Wel, de chemicaliën die commerciële wijnbouwers gebruiken worden door de wortels van de wijnranken opgezogen en bieden de planten een makkelijke bescherming. Daarnaast worden ze ook artificieel bemest. Hierdoor moeten de wortels minder diep op zoek naar voedingsstoffen. Daarom zijn de wijnranken zwakker, minder bestand tegen ziektes en weersomstandigheden en moeten er opnieuw meer chemicaliën aangewend worden. Zo komen we in een vicieuze cirkel terecht.
Deze benadering heeft tot gevolg dat de wijn veel minder aardse smaken en diversiteit heeft. Hun smaak verschilt niet wezenlijk, waar ter wereld ze ook verbouwd worden. Het onderscheid met de natuurlijke wijnbouw kan niet groter zijn want hier haalt de wijn wel degelijk veel van zijn smaak uit de diepere ondergrond. Zo komt het dat er veel meer variëteit in natuurwijnen zit en is elk glas en elke fles een nieuwe, spannende ontdekking. Heel delicaat en onderhevig aan temperatuursschommelingen en omgevingsvariabelen, maar eenmaal de natuurwijn u omhelst, blijft u fan en kijkt u uit naar de volgende kick.
